Ter navolging

Kees ’t Hart

De jonge, ambitieuze onderzoeker Vincent Gorter ontdekt dat hij de laatste mannelijke nazaat is van de achttiende eeuwse schrijfsters Betje Wolff en Aagje Deken. Wanneer hij uitzoekt hoe het precies zit, stuit hij op onvermoede kanten uit het leven van deze als zeer braaf bekend staande schrijfsters.
Waren het wel die keurige dames waar de geschiedenisboekjes vol mee staan? Waarom woonden ze van 1787 tot 1796 in Trévoux, een stadje vlakbij Lyon, precies in de tijd dat daar een bloedige opstand uitbrak? Waren ze betrokken bij de moordpartijen in Lyon die tussen 1793 en 1794 aan meer dan drieduizend mensen het leven kostte? En wat deden de twee schrijfsters precies in Friesland in 1798?
Vincent haalt, geholpen door zijn levenslustige vriendin Mies, met wie hij vrolijk en wellustig correspondeert, steeds meer boven tafel over duistere praktijken van de schrijfsters. Hij ontdekt dat ze pornografie schreven, betrokken waren bij aardappelsmokkel en deelnamen aan een orangistisch complot. Hij reist naar Friesland en Trévoux om zijn vermoedens met feiten te staven.
Niet iedereen neemt hem zijn onderzoek in dank af, in academische kring ontstaat grote beroering over zijn ontdekkingen. Hij ondervindt steeds meer tegenwerking maar slaagt erin de lastigste klippen te omzeilen. En uiteindelijk ontraadselt hij ook het geheim van zijn afkomst. Daarbij lapt deze vrolijke wetenschapper alle regels van academisch archief- en bronnenonderzoek aan zijn lars.
Kees ’t Hart schreef een ambitieuze roman, die een bloedige periode uit zowel de Nederlands als de Franse geschiedenis tot leven brengt. Niet alleen geeft hij een levendig beeld van de twisten die hier aan het einde van de achttiende eeuw uitbraken tussen patriotten en prinsgezinden, maar ook laat hij haarscherp en met veel gevoel voor detail zien hoe in een kleine gemeenschap de Franse Revolutie ingreep in alle menselijke relaties. Uiteraard ontbreekt in deze roman nergens ’t Harts geestige en avontuurlijke blik op het menselijk reilen en zeilen. En Betje Wolff en Aagje Deken? Nooit zijn deze allang bijgezette historische figuren zo indringen in beeld gebracht.