De stem op de 3e etage

Gerrit Kouwenaar

westelijk

Volmaakt wit.
De stilte en de cirkel voornoemd breken.
Daar komen de straatvegers en geven haastig
de aarde terug aan de aarde.
Hun grote handen verwarmen de winter
zonder handschoen.
Zij fluiten als stoomketels het fijne meisje
in de postkoets.
Hun grijze vrouwen thuis worden rood, rijzend
als tombak uit de tobbe.
De straatvegers vertrekken haastig.

En kijk:
het sneeuwt al weer.